: Jens F. Simon
: In de Verfemung van de Nanites (STAR-DUST 4) IN DE BAN VAN DE NANITES
: epubli
: 9783758494611
: 1
: CHF 1.20
:
: Science Fiction, Fantasy
: Dutch
: 70
: kein Kopierschutz
: PC/MAC/eReader/Tablet
: ePUB
Sigurd Westall en het organische schip Paurusheya, dat zich voordoet als het materiële hologram Alethea in menselijke vorm, hebben meer gemeen dan alleen vriendschap. Samen worden ze geconfronteerd met nieuwe gevaren. Wanneer de Life-Int-Ltd. wordt geïnfiltreerd door buitenaardse wezens, neemt hij ontslag en richt hij samen met zijn voormalige baas Sir Arthur Newcraft de MBF-organisatie op, gevestigd op Saturnus' maan Japetus. Ze worden vergezeld door zijn oude collega's Mark Merlin, Selin Wiegand en Amanda Lerch. De organisatie heeft als taak om buitenaardse activiteiten binnen het zonnestelsel te bewaken en te controleren. Wanneer Sigurd de Venusbasis TRISHARANA bezoekt, vindt de eerste confrontatie plaats. Twee enorme buitenaardse schepen verschijnen in de buurt van de baan om Pluto.

Jens F. Simon is altijd een dromer geweest die meer in zijn eigen fantasiewereld bewoog dan in werkelijkheid. Na zijn militaire basisdienst begon hij rechten te studeren. Toen zijn ouders onverwachts stierven, stopte hij met studeren en ging door het leven met klussen. Na het mislukken van zijn eerste relatie ontmoette hij zijn droomvrouw en stichtte een gezin. Vandaag schrijft hij de fantastische verhalen die hem een leven lang hebben vergezeld. Abonneer u op Jens F. Simon op WhatsApp: https://whatsapp.com/channel/ 029VaDCFCkBKfhsJQwosr1M

Problemen met Life-Int-Ltd.


 

Ik zat voor mijn glas sherry en mijmerde in mezelf. Natuurlijk was ik weer eens veel te vroeg. Het leek een gewoonte die ik niet kon doorbreken. Bij elke afspraak, bij elke ontmoeting met vrienden en kennissen moest ik gewoon een half uur voor de afgesproken tijd aanwezig zijn.

Het was een innerlijke dwang. Ik staarde naar het glas op het aanrecht voor me en mijn gedachten dwaalden af.

Ik had de gewoonte om altijd een glas sherry te drinken voor het eten, net zoals mijn baas Sir Arthur Newcraft deed.

Sir Arthur kon urenlang tieren over zijn sherry of zijn port.

"Het belangrijkste kenmerk van alle sherry's is dat ze eerst worden gemaakt van een droge witte wijn, meestal van de palomino-druif. Na de gisting wordt deze wijn gemengd met brandy, waardoor het alcoholgehalte stijgt van de oorspronkelijke 11 à 12 tot 15 à 19,5 procent. Vervolgens rijpt hij aan de lucht in niet-gesloten vaten van 600 liter. Alle sherry's zijn dus oorspronkelijk droog. Om sherry's te verzoeten worden wijnen van de druivenrassen Moscatel of Pedro Ximenez toegevoegd vóór het vullen. De druiven van deze rassen worden niet onmiddellijk na de oogst geperst, maar eerst gedroogd."

Ik luisterde nog steeds naar zijn uitleg, zoals de eerste dag dat ik voor hem zat en hij me aankeek.

Ik keek op van mijn glas en mijn blik dwaalde door de"Comme Chez Nous", momenteel het hipste restaurant in de oude stad van Brussel.

De muren waren bekleed met fijn, donker ebbenhout en deden me denken aan Sir Arthur's kantoor.

De kantoormuren daar waren ook bekleed met donker hout. Het was nu rond 8 uur 's avonds.

Er was veel gebeurd in de afgelopen weken. Ik zat aan de balie van dit nobele etablissement en vroeg me nu voor de zoveelste keer af waarom Alethea niet met mij was meegekomen.

Per slot van rekening was ze inmiddels een heel hecht deel van mij geworden en had ze er met haar inzet veel aan bijgedragen dat mijn vrienden en collega's veilig op aarde waren teruggekeerd en dat de aliens ons zonnestelsel hadden verlaten.

Alethea had de laatste week met mij doorgebracht in mijn oude huis.

Ik was nog steeds verbaasd dat ze zich had laten ompraten. Het waren een paar leuke en ontspannende dagen geweest, samen met mijn oude schoolvriend Delian en zijn vrouw Anisha.

Ik zou me morgen moeten melden bij mijn Life-Int-Ltd kantoor.

Sir Arthur Newcraft verwachtte me terug van kort verlof. Hij had enkele vreemde insinuaties gemaakt aan de telefoon die me meer dan verbaasd hadden. Maar hij had ook niets meer willen zeggen.

Had hij maar zijn mond gehouden. Dat vroeg ik me al af sinds mijn gesprek met hem.

Sir Arthur was een soort vadervervanger geworden, ook al wilde ik dat niet aan mezelf toegeven. Bovendien hielden we samen een geheim.

Hoewel mijn nieuwe collega's, met wie ik op Saturnus' maan Japetus was geweest, nu natuurlijk alles over mij wisten. Ze hadden immers zelf gezien hoe ik mijn telekinetische gaven had gebruikt.

Maar wat ze nog niet wisten, en wat voorlopig zo zou blijven, was het feit dat Sir Arthur Newcraft, de baas van ons allemaal, ook de